25 maart 2021

Aan de slag met vitaliteit: een gratis adviesgesprek helpt je op weg

Als je aan de slag wilt met een vitaliteitsprogramma voor jouw bedrijf is de eerste stap goed te weten hoe het met je medewerkers gaat en waar zij behoefte aan hebben op het gebied van vitaliteit. Dit inzicht kun je krijgen door een (online) onderzoek onder je medewerkers te doen. Daarna is het tijd om concreet aan de slag te gaan. Maar waar en hoe te beginnen? Via Vitaal Bedrijf kun je een gratis adviesgesprek aanvragen dat je helpt om vorm te geven aan een passend vitaliteitsprogramma. Wat kun je precies verwachten van zo’n gesprek en hoe helpt het je verder? 

Het adviesgesprek wordt uitgevoerd in samenwerking met gespecialiseerde partners. Een van deze partners is HollandFit. Het bedrijf zet zich al ruim vijftien jaar in voor de vitaliteit en duurzame inzetbaarheid van werkend Nederland, in nagenoeg alle sectoren.

“Een goed vitaliteitsbeleid is maatwerk”, stelt algemeen directeur Erik Steenbakkers. “Je kunt niet zeggen: dit werkt bij dit bedrijf, dus dan werkt het daar ook. Elk bedrijf heeft zijn eigen tempo en uitdagingen en daar moet het wel inpassen. Er is geen quick fix via een handig trucje. Wij geloven wel heel sterk in snel beginnen en alvast kleine stapjes maken. Kleine stapjes die je kunt volhouden en die uiteindelijk zorgen voor een gezonder en plezieriger leven.”

“Er zijn drie belangrijke pijlers om vitaal gedrag bij medewerkers te bevorderen”, zegt Steenbakkers. “Het begint allemaal met de bewustwording van de eigen gezondheid. Daarna is het belangrijk om medewerkers te helpen aan de benodigde kennis en vaardigheden. En uiteindelijk ervoor te zorgen dat ze in staat zijn hun omgeving aan te passen om hun nieuwe gewoontes vast te houden. Omgeving is het krachtigste instrument bij het beïnvloeden van gedrag. De eerdere fases zijn daarvoor wel essentieel.”

Hoe gaat het adviesgesprek in zijn werk?
Als HollandFit via Vitaal Bedrijf een aanvraag krijgt voor een adviesgesprek, vraagt het eerst de resultaten op van de scans die de medewerkers van het desbetreffende bedrijf hebben ingevuld, om daar een analyse van te maken. Die analyse krijgt het bedrijf toegestuurd, zodat beide partijen goed voorbereid het adviesgesprek ingaan. Tijdens het adviesgesprek is er ruimte voor verdiepende vragen en het afstemmen van de behoeftes.

Steenbakkers: “Uit de scans komen allerlei gegevens die iets zeggen over leefstijl, bevlogenheid, ambities en die in relatie staan tot duurzame inzetbaarheid. Je kunt er als bedrijf van alles mee, maar je moet wel weten welke stap je als eerste zet. Het is aan ons om dat samen met de ondernemer in een adviesgesprek uit te werken.”

“In het adviesgesprek komen in ieder geval altijd drie elementen aan bod”, vertelt Steenbakkers. “Het eerste is dialoog. Dat klinkt eenvoudig, maar tegelijkertijd is het een stevige opgave. Het is meer dan het geven van een advies als CEO of HR-manager, door te zeggen: ‘We gaan voortaan allemaal op de fiets naar het werk en trainen voor de halve marathon’. Echte dialoog draagt bij aan het bespreekbaar maken van de behoeftes, het versterken van de verbinding en medewerkers deelgenoot maken van het doel van het bedrijf.”    

“Het tweede element waarover we in gesprek gaan is leiderschap. Wat is jouw stijl van leidinggeven? Hoe verhoudt die zich tot de dialoog die je wilt versterken? Als je als leider open bent over je eigen gezondheid, ben je ook beter in staat om contact te maken met je medewerkers, omdat ze dan voelen dat jij ook gewoon mens bent. Leiderschap gaat over voorbeeldgedrag”, legt Steenbakkers uit. “Verder bespreken we waar je als bedrijf staat, waar je naartoe wil, welke competenties je mensen hebben en wat een volgende stap zou kunnen zijn.”

“Het laatste element in het adviesgesprek is focus. We gaan kijken hoe je het vitaliteitsprogramma behapbaar kunt maken. Natuurlijk is het goed om met elkaar doelen en ambities te hebben, maar het moet wel iets zijn waar je mensen plezier aan beleven en wat ze kunnen volhouden. Kijk of je ambassadeurs kunt vinden om de andere collega’s te enthousiasmeren. Samen groeien geeft energie en is beter vol te houden.” 

Na het gesprek ontvangt het bedrijf een adviesrapport en is het aan de organisatie zelf om te bepalen waar ze mee aan de slag gaan en of ze dat zelf doen of samen met een gespecialiseerde partner

Stimulerende (thuis)werkomgeving
Steenbakkers vindt het belangrijk dat mensen in hun werkomgeving geholpen en ondersteund worden om vitaal te zijn, dan wel te blijven. “Als je uitgaat van het traditionele model brengen mensen ruim een derde van hun dag door in een werkomgeving. Tel daar de slaapuren bij op en kijk hoeveel uren je dan nog overhoudt om voor jezelf te zorgen? De werkomgeving - en momenteel vaak thuiswerkomgeving - is gewoon een essentieel onderdeel van het leven van een mens.”

“Inmiddels weten we ook dat het voor je gezondheid op de lange termijn beter is om de hele dag door regelmatig te bewegen. Als je de hele dag hebt gezeten en ’s avonds gaat sporten, heeft dat helemaal niet zoveel effect. Je werkomgeving is daarom bepalend voor de mate waarin je kunt werken aan je gezondheid.“

Belang vitaliteit steeds meer erkend
Steenbakkers merkt dat steeds meer bedrijven de vitaliteit van hun medewerkers op de agenda zetten, al viel het een jaar geleden allemaal wel even stil door de coronacrisis. “Ruim 60 procent van de bedrijven schortten toen hun HR-activiteiten op, zo bleek uit onderzoek van adviesbureau Berenschot. Ik zie nu dat de bedrijven die al wat aan vitaliteit deden weer de lucht ingaan. Er zijn zelfs bedrijven die meer dan 20 procent van hun mensen moesten ontslaan en nu toch doorgaan op vitaliteitsgebied. Zij vinden het essentieel voor de mensen die blijven.”

Hij ziet nu ook het aantal bedrijven dat wil beginnen met vitaliteit weer langzaam toenemen. “En van de overige bedrijven verwacht ik dat ze binnen nu en twee jaar wel komen, omdat steeds meer medewerkers door corona het belang van een gezonde leefstijl én het fysiek, sociaal emotioneel en mentaal in balans zijn hebben ervaren.”

Verschil in gezondheidsbeleving tussen theoretisch en praktisch opgeleiden
Wat Steenbakkers wel zorgen baart, is het enorme verschil in gezondheidsbeleving tussen theoretisch en praktisch opgeleiden. “Die laatste groep, die twee derde van de Nederlandse beroepsbevolking uitmaakt, heeft gemiddeld negentien jaar eerder gezondheidsklachten. Ze overlijden gemiddeld zeven jaar eerder. Dat heeft helemaal geen relatie met hun intellectueel vermogen, maar heeft alles te maken met de context waarin ze wonen, werken en leven. Ik heb helaas geen toverstok om dat te veranderen, maar ik kan organisaties wel helpen door kennis en ervaring te delen, zodat zij een voor hen passende vervolgstap kunnen nemen.”

Voor meer informatie of om een gratis (online) adviesgesprek aan te vragen kun je mailen naar vitaalbedrijf@vnoncw-mkb.nl