30 september 2020

‘Met kleine wijzigingen maak je al een groot verschil’

Natuurlijk, we weten dat het belangrijk is om gezond te leven. Toch is een gezonde leefstijl in de praktijk nog niet zo makkelijk aan te meten en vol te houden. Om daarbij te helpen maakt Vitaal Bedrijf gebruik van experts op verschillende leefstijlgebieden: Kirsten de Klein van het Kenniscentrum Sport & Bewegen, Maddy Blokland van het Trimbos-instituut, het kennisinstituut voor alcohol, drugs, tabak en mentale gezondheid en Liesbeth Velema van het Voedingscentrum.

Voor alle drie de organisaties is het belangrijk zoveel mogelijk mensen te bereiken. Dat is ook de reden dat ze zich hebben aangesloten bij Vitaal Bedrijf. “Mensen brengen een groot deel van hun tijd op het werk door”, zegt Maddy Blokland van het Trimbos-instituut. “Dus de werkgever is een heel goed kanaal om interventies aan te bieden of om als doorgeefluik te fungeren.” Kirsten de Klein van het Kenniscentrum Sport & Bewegen: “Gezondheid, zowel mentaal als fysiek, is meer dan een uurtje sporten bij een sportvereniging of in de sportschool. Het is iets van alledag. We willen werkgevers daarom graag met onze kennis helpen om een vitaal bedrijf te worden.”

“Mensen vinden het vaak heel lastig om bewegen in hun dagelijkse ritme te integreren”, vervolgt De Klein. “Maar je kunt relatief makkelijk kleine wijzigingen aanbrengen, die een groot verschil maken. Voldoende pauze nemen, een vergadering of telefoongesprek wandelend doen, een half uurtje hardlopen tijdens werktijd. Ook de mensen die nu noodgedwongen thuiswerken door corona kunnen op die manier meer beweging in hun dag aanbrengen. Het is belangrijk dat de werkgever dat stimuleert en duidelijk maakt dat het oké is om regelmatig van je plek te komen.”

Verleidingen weerstaan
Volgens Liesbeth Velema van het Voedingscentrum is de werksetting niet alleen belangrijk omdat je daar zoveel tijd doorbrengt, maar ook omdat het voor een norm kan zorgen. “Wat vind je normaal om aan te treffen aan eten, waar word je aan blootgesteld? We weten uit onderzoek dat al die verleidingen als grote muffins en saucijzenbroodjes maar moeilijk te weerstaan zijn. Werkgevers moeten zich ervan bewust zijn dat zij daar grote invloed op hebben”, aldus Velema, die vorig jaar is gepromoveerd op het onderwerp ‘Gezond eten op het werk’.

Velema concludeerde in haar onderzoek dat werknemers best openstaan voor gezondere snacks, maar dat ze daar in bedrijfsrestaurants dan wel door verleid moeten worden. “Iemand die vindt dat hij wel iets lekkers heeft verdiend, komt vaak uit op dat saucijzenbroodje of die kroket. Die ruik je en ze zien er lekker uit, dus ga je al snel voor de bijl. Maar als op die plek een gezondere hartige snack had gelegen, had het best kunnen zijn dat hij zichzelf daarop had getrakteerd.”

Voorzichtig
De vrijheid om te bewegen en het voedingsaanbod spelen dus een cruciale rol in het vitaliteitsbeleid, maar wat kun je doen als je merkt dat een werknemer alcohol- of drugsverslaafd is? “Dat is een lastige kwestie, omdat je vanwege de privacywetgeving AVG officieel niet mag vragen of iemand verslaafd is en daarover sowieso niets in een dossier mag vastleggen”, vertelt Blokland. “Maar als je sterke vermoedens hebt, kun je toch het beste het gesprek aangaan door te vragen hoe het met iemand gaat.”

Omdat het een precair onderwerp is en mensen vrezen voor hun baan, zullen ze niet snel toegeven dat ze een probleem hebben. “In dat geval kun je je vermoedens uitspreken, maar doe dat heel voorzichtig en houd je aan constateringen. Dus: ‘Ik ruik alcohol’ of ‘Ik zie dat je niet vast ter been bent’. Want dat laatste kan natuurlijk ook door iets anders komen.”

Omdat voorkomen beter is dan genezen adviseert Blokland elk bedrijf afspraken te maken en regels op te stellen over alcohol-, drugs- en medicijngebruik. Dat kan bijvoorbeeld in een ADM-beleid. Daarin is ook preventie een belangrijk onderdeel. “Gebruik intranet om voorlichting te geven of organiseer bijeenkomsten. Vertel werknemers wat ze kunnen doen als ze zich zorgen maken over zichzelf of over een collega. En leidinggevenden kunnen advies krijgen over hoe ze ermee mee om moeten gaan.” Blokland wijst erop dat het slim is om het ADM-beleid onderdeel te maken van een organisatiebrede leefstijlaanpak. “Dan vlieg je het op een positievere manier aan, dan wanneer je gelijk met dat vingertje gaat wijzen.”

Kleine stapjes
Velema hoopt dat het lukt om werkgevers te laten inzien dat het loont om vitale en tevreden medewerkers te hebben. “Werkgevers willen graag zien dat het direct effect heeft op de verzuimcijfers en daardoor geld scheelt, maar het is natuurlijk niet zo dat je verzuimcijfers in één keer kelderen als je interventies aanbiedt of zorgt voor een gezonde eetomgeving. Het heeft wel even tijd nodig.”
Voor bedrijven die nu willen beginnen met een vitaliteitsbeleid geeft ze als tip mee dat ze niet meteen helemaal het roer hoeven om te gooien op het gebied van voeding. “Vitaal Bedrijf en het Voedingscentrum kunnen daarbij helpen. Zo hebben we bij het Voedingscentrum de Richtlijn Gezondere Eetomgevingen, waarmee je met kleine stapjes kunt beginnen je eetomgeving gezonder te maken.”

“Je bedrijf hoeft echt geen groentewinkel te worden”, vervolgt Velema. ”Maar bied bijvoorbeeld fruit aan of voer een traktatiebeleid in. Bij het Voedingscentrum hebben we afgesproken iets kleins te trakteren, dus eerder een bonbon dan hele stukken taart. Gedragsveranderingen beklijven het beste als ze inslijten in je routine en niet meteen heel radicaal zijn.”
Laagdrempelig beginnen, dat is ook de tip die De Klein op het gebied van bewegen heeft. “Begin met veranderingen waarbij je weinig hoeft te investeren, zoals die vergadering of dat telefoongesprek dat je wandelend doet. Kijk wat voor effect dat heeft en bouw het daarna uit.”
Blokland adviseert op het gebied van mentale gezondheid dat je goed moet kijken naar wat voor bedrijf je bent. Ben je een zorginstelling, een productiebedrijf, wat is de samenstelling van je personeel, zijn het vooral jonge mensen? “Een technisch bedrijf met voornamelijk mannen van rond de 50 dat yogacursussen en trainingen in mindfulness aanbiedt, dat werkt echt niet. Dan haal je je investering er niet uit.”

Hoe doen de experts het zelf?
De experts kunnen natuurlijk niet achterblijven als het gaat om een gezonde leefstijl. Dus wat betekent vitaliteit voor henzelf?

Velema: “Je gezondheid is je grootste goed. Niet gezond zijn lijkt me heel vervelend en je kunt daar in zekere mate zelf iets aan doen. Daarom zorg ik dat ik genoeg beweeg. Ik loop hard en volg een sportklasje. Daarnaast probeer ik gezond te eten, maar ik weet ook hoe moeilijk het is om altijd volgens de richtlijnen van de Schijf van Vijf te eten met al die verleidingen om ons heen. Dus af en toe zit er ook wel eens een uitschieter tussen. Kortom: ik zorg dat mijn dagelijkse routine redelijk gezond is en probeer er verder relaxt mee om te gaan.”


“Voor mij betekent vitaliteit dat ik fris en fruitig aan het werk kan”, zegt Blokland. “Dat ik zin heb in de dag en dat ik het gevoel heb dat ik de klussen die me te wachten staan, aankan. Ik zorg er daarom voor dat mijn conditie zowel geestelijk als lichamelijk goed is en ik probeer altijd de balans te vinden tussen inspanning en ontspanning. Ik sport veel en eet gezond. En ja, ik drink alcohol, maar wel met mate.”


“Een soort balans tussen de drukte van alledag en je gezond en fit voelen”, dat is wat De Klein onder vitaliteit verstaat. “Als ik heel druk ben, maak ik mijn hoofd leeg door te wandelen, aan yoga te doen of naar de sportschool te gaan. Ik probeer sowieso elke dag te wandelen en ga regelmatig op de fiets naar kantoor. Bij het Kenniscentrum zeggen we: ‘Beweging in je dag brengen, is makkelijker dan je denkt’. Daar geloof ik ook echt in, maar dat wil niet zeggen dat het je elke dag lukt. Het is belangrijk dat je iets doet wat bij je past en wat fijn voelt, zodat het geen verplichting is.”