Gedragsverandering door kennis, vertrouwen en positiviteit

Mensen in beweging brengen om zelf de verantwoordelijkheid te nemen voor hun gedrag. Dat is het uitgangspunt van Trafieq Educatie en Advies bv in Zeist, dat zich ongeveer een jaar geleden als partner aansloot bij Vitaal Bedrijf. “We leggen niets op, maar proberen vanuit de intrinsieke motivatie van mensen verandering teweeg te brengen”, zegt operationeel directeur Robert Mazier. 

Trafieq verzorgt onder meer de verplichte cursussen van het CBR, voor mensen die onder invloed achter het stuur hebben gezeten of te hard hebben gereden. Daarnaast geeft het bedrijven door het hele land educatie over veiligheid, vitaliteit en verbinding. “De ene keer gaat het over drugs en alcohol en de andere keer over werkgeluk”, vertelt Mazier. “Maar we zijn continu bezig met het veranderen van gedrag, in verantwoord gedrag en ook gewoon in gezond gedrag.”

Consequenties gedrag
Een belangrijk aspect om mensen te motiveren hun gedrag te veranderen, is ‘kennis’, stelt Mazier. “Wij zullen nooit zeggen dat iemand geen joint meer mag roken of geen alcohol meer mag drinken, maar leggen wel uit welke consequenties hun gedrag kan hebben. Als ze dat eenmaal beseffen, zijn ze veel beter in staat dingen te veranderen in hun leven en daar verantwoordelijkheid voor te nemen.” 

Volgens Marian de Kort, projectcoördinator en trainer bij Trafieq, is er vaak sprake van onwetendheid bij mensen die een bepaald gedrag vertonen. Bijvoorbeeld bij het gebruik van alcohol, drugs en medicijnen. “Ik hoor op cursussen regelmatig van jonge gasten dat ze ’s avonds een joint roken, omdat ze anders niet in slaap kunnen vallen. Maar ze realiseren zich niet dat ze twaalf tot veertien uur later nog steeds onder invloed zijn. En als je in het weekend een festival hebt gehad en pillen hebt genomen, kun je er donder op zeggen dat je op maandagochtend onder invloed op je werk zit. Dat betekent dat je daar rekening mee moet houden.”

Ze vervolgt: “Voordat ik bij Trafieq werkte was er geen haar op m’n hoofd die dacht dat ik nog dronken was als ik om zeven uur opstond, nadat ik om vier uur lallend thuis was gekomen. Dat geldt voor veel mensen, dus kennis en voorlichting is hier gewoon heel belangrijk.” Mazier voegt daaraan toe: “Mensen weten bijvoorbeeld wel dat ze niet dronken achter het stuur mogen zitten, maar dat ze niet verzekerd zijn als ze te veel hebben gedronken en een ongeluk veroorzaken, is niet altijd bekend. Alcohol- en drugsgebruik is altijd verwijtbaar in het verkeer. Dat is vaak wel een inzicht om helemaal niks meer te gebruiken.” 

Ziekmeldingen en productieverlies
Het gebruik van alcohol, drugs en medicijnen in privétijd blijkt een groot effect te hebben op de werkveiligheid en productiviteit. Het Trimbos-instituut berekende in 2018 dat alcoholgebruik het bedrijfsleven 1,3 miljard euro kostte door verzuim. 25 procent daarvan was te herleiden naar daadwerkelijke ziekmeldingen en 75 procent naar productieverlies, “doordat mensen maar een beetje halfbakken aanwezig waren”, zoals De Kort dat omschrijft. 

Bedrijven kunnen daarom samen met Trafieq een ADM-beleid ontwikkelen, waarin afspraken worden vastgelegd over het gebruik van alcohol, drugs en medicijnen in relatie tot het werk. “Op basis van gesprekken met de werkgever en de medewerkers van een organisatie wordt eerst een conceptbeleid gemaakt”, vertelt De Kort. “Dat wordt met een aantal mensen herzien, herschreven en aangepast, zodat er uiteindelijk een beleid komt waar iedereen achter staat.” Vaak zijn het bedrijven die met gevaarlijke machines of gevaarlijke stoffen werken die samen met Trafieq een ADM-beleid implementeren. 

“Maar alleen beleid is niet genoeg”, stelt De Kort. “Het is heel mooi als je dat hebt, maar als mensen niet weten hoe het werkt met restalcohol en restdrugs moeten ze daar wel voorlichting over krijgen. Dus ook hier is kennisoverdracht cruciaal. Als onderdeel van het ADM-beleid geven we daarom workshops over de uitwerking van alcohol, drugs en medicijnen. Daarnaast leren we leidinggevenden hoe ze kunnen zien of iemand onder invloed is en hoe ze het gesprek met deze personen kunnen aangaan.“

Driepartijencontract
Een ander onderdeel van het ADM-beleid is het zogeheten driepartijencontract. Daarin staan afspraken tussen werkgever, medewerkers en Trafieq over te nemen stappen als iemand problemen heeft door alcohol-, drugs- of medicijngebruik. Mazier: “Medewerkers voelen zich hierdoor veiliger en gaan sneller naar hun leidinggevende toe als er iets speelt. Anders wil een medewerker toch gewoon mooi weer spelen, omdat er sprake is van een afhankelijkheidsrelatie.” 

Een coach of een behandelaar van Trafieq kan de medewerker begeleiden naar herstel, vertelt De Kort. “Zo houden we deze mensen aan boord, want uit ervaring weten we dat ze alleen maar verder afglijden als ze naar huis worden gestuurd. Bedrijven willen dat vaak ook niet, want ze hebben in hun medewerkers geïnvesteerd en willen ze het liefst behouden.”

“Op het moment dat ze zo’n traject ingaan, is het wel de verantwoordelijkheid van de medewerker zelf om serieus aan de slag te gaan”, aldus De Kort. “Als iemand het alleen maar doet omdat zijn werkgever hem heeft gestuurd, stopt het eigenlijk al. Maar vaak doet het feit dat een werkgever in iemand wil investeren wel iets met een medewerker. Want daarmee zegt hij: ‘Ik vind jou de moeite waard’.” 

Volgens De Kort is de inzet van een coach of behandelaar in sommige gevallen niet toereikend en wordt eerst nog een verslavingskliniek ingeschakeld, voordat ze zelf verdere stappen kunnen maken met deze persoon. “Toevallig zijn we nu in gesprek met een man met een groot drugsprobleem. Hij zegt zelf dat hij wil worden opgenomen, omdat hij ontzettend goed kan manipuleren en nu niet is gebaat bij praatsessies. Zijn werkgever, die ontzettend tevreden is over zijn functioneren, gunt hem dat stukje genezing. Hij zal hem voorlopig ziekmelden en zijn proces op de voet volgen.”

Van Rijvaardigheid naar Rijwaardigheid
Het driepartijencontract kan op allerlei onderwerpen worden toegepast, zoals op leefstijl (slechte eetgewoontes, stress) gok- of seksverslaving, maar ook op rijgedrag. De Kort geeft een voorbeeld: “Vorig jaar werden supermarktketens met naam en toenaam genoemd, omdat chauffeurs van hun bezorgdienst onder invloed van cannabis aanrijdingen hadden veroorzaakt. Zo wil je als bedrijf niet in het nieuws komen. Een driepartijencontract, waarbij de medewerkers onze training ‘Van Rijvaardigheid naar Rijwaardigheid’ volgen, kan hier uitkomst bieden.” 

Volgens Mazier gaat Trafieq in de samenwerking met bedrijven altijd uit van het positieve. “Als een werkgever bij ons komt en zegt dat hij een traject in wil om van een medewerker af te komen, zeggen wij al vrij snel dat hij dan niet bij ons moet zijn en beter een advocaat kan nemen. Wij zij geen dossierbouwers. De intentie van de werkgever moet sowieso positief zijn. Dat wil niet zeggen dat er nooit iemand ontslagen wordt, maar dat is niet de insteek.”

Marian de Kort

Eigen invloed op werkgeluk
Het begon bij Trafieq ooit met het implementeren van ADM-beleid, maar inmiddels zijn er een heleboel trainingen qua gedragsverandering ontwikkeld, stelt De Kort. “Zo bieden we nu onder meer de training ‘Werkgeluk’. Daarmee hebben we ingespeeld op corona, omdat veel mensen door het thuiswerken het gevoel hadden dat ze alleen op een eilandje zaten en het contact met collega’s misten. Bij het ontwikkelen van de training hebben we gekeken naar wat nu de pijlers zijn van werkgeluk en hoe je daar zelf invloed op hebt.”

In ‘Aan de slag met gedrag’ krijgen deelnemers kennis over gedrag en handvatten om hun eigen gedrag te veranderen. “Zodat ze zelf de weg kunnen bewandelen naar een gezonder en gelukkig werkleven.” De training ‘Fysieke belasting’ is toegespitst op vrachtwagenchauffeurs. Andere trainingen zijn onder meer: ‘Stoppen met roken’, ‘Aanspreekcultuur’, ‘Leiderschap’ en ‘Motiverende gespreksvoering’. 

“Het mooie is dat wij een heel breed aanbod hebben voor organisaties die zich bij ons aanmelden”, besluit De Kort. “We zijn actief op alle vlakken waar een werkgever, maar ook werknemer bij gebaat is. Of het nu gaat om werkstress, veiligheid op de werkvloer, verantwoord gedrag of plezier, want dat laatste is natuurlijk ook superbelangrijk.”